Buy it here!

Book

Contents:
-preface,
-artist concepts/responses,
-essay Three Positions.

74 pages (135 grs),
size: 20 X 13 cms (7,9 X 5,1 in).
300 copies printed
ISBN/EAN: 978-90-808675-0-5
© Frans van Lent 2014

Het festival voor onopgemerkte kunst (Dutch)


In gesprek met Frans van Lent, organisator van het meest opvallende onopvallende kunstfestival van de laatste jaren. Gehouden in Haarlem heeft het zich onttrokken aan de wetten van de moderne kunstmanifestatie. Waarom?

Domeniek Ruyters:
Het Unnoticed Art Festival dat vorig jaar in Haarlem plaatsvond is ongetwijfeld het minst zichtbare kunstfestival van het afgelopen jaar. Jij bent de geestelijk vader van dit evenement. Kun je iets vertellen over de achtergrond ervan?
Frans van Lent:
In dat verband moet ik eigenlijk eerst iets zeggen over mijn eigen werk. Tot 2012 registreerde ik mijn performances op video, ze werden niet direct waargenomen, er was geen ander bij aanwezig. De werken ontstonden in afzondering. De ander bevond zich op een later moment tegenover een bewegend beeld in projectie. Hij was niet aanwezig bij het werk, hij was aanwezig bij het tonen van het werk. Een andere plaats, een ander moment, een andere gebeurtenis. In mijn performances is de fysieke ervaring het meest belangrijk en juist dat aspect wilde ik delen. Video was daarvoor als medium uiteindelijk ongeschikt. Ik moest op zoek naar een andere vorm.

In 2013 voerde ik een performance uit in een rijdende trein tussen Amsterdam en Berlijn (In a Train). Ik vroeg vijf medereizigers deel te nemen. De opzet was niets meer dan een serie onopvallende bewegingen volgens een tevoren bepaald schema.

Na afloop waren de deelnemers erg enthousiast, niet zozeer over het ontwerp van de bewegingen maar vooral over die (geheime) samenwerking in de publieke ruimte. In dit werk was sprake van twee verschillende publieke groepen. Ten eerste de medereizigers die in het werk waren betrokken door het uit te voeren, ten tweede de andere passagiers die een boek lazen of uit het raam keken en die zich van geen performance bewust waren. De onbetrokkenheid van deze tweede groep had een belangrijke functie in het proces. Het isoleerde en definieerde de eerste groep, de deelnemers.

Vanuit deze overwegingen ontstond het idee om iets groots op te zetten, het contrast meer op de spits te drijven: een festival dat zich niet naar buiten richt, naar een publiek van toeschouwers, maar dat zich juist naar binnen richt, naar de ervaring van de deelnemers/performers.

Domeniek Ruyters:
Hoe heb je de deelnemers bij elkaar gekregen?
Frans van Lent:
Ik heb twee keer op een aantal websites en fora een Open Call geplaats. Eerst een internationale oproep voor kunstenaars om concepten in te sturen en daarna een nationale oproep voor vrijwilligers om het programma van werken daadwerkelijk uit te voeren.
Domeniek Ruyters:
Wat was precies de vraag?
Frans van Lent:
In de omschrijving stond dat we op zoek waren naar ‘concepten voor performances die zich verbergen tussen het alledaagse. Werk waarvan de gebruikte taal past binnen het gangbare sociale gedrag in de publieke ruimte en dat daardoor door de voorbijganger vermoedelijk onopgemerkt zal blijven’.

Verder heb ik aangegeven dat het concept en de uitvoering gescheiden zouden zijn. De concepten zouden worden gerealiseerd door een groep vrijwilligers. Ik heb aan de kunstenaars gevraagd hun concepten om die reden zoveel mogelijk te noteren als gebruiksklare handleidingen.

Onder de uitvoerende deelnemers zouden zich veel onervaren vrijwilligers bevinden, voor wie de opdrachten zo helder en eenduidig mogelijk moesten zijn. Ik realiseerde me dat we eigenlijk vroegen om een deel van het auteurschap af te staan wat vooral om veel vertrouwen vraagt in de integriteit van de performers. We waren aangenaam verrast over het enthousiasme en de welwillendheid waarmee op de oproep werd gereageerd. Zeventig kunstenaars hebben werk ter selectie ingestuurd.

Domeniek Ruyters:
Was het lastig een locatie te vinden?
Frans van Lent:
De locatie moest aan een aantal praktische voorwaarden voldoen (grootte, drukte, beloopbare afstanden). Het was uiteindelijk vrij eenvoudig om de geschikte stad te vinden. Haarlem was in alles de juiste keus.
Domeniek Ruyters:
Kun je iets vertellen over het evenement, hoe het zich heeft voltrokken?
Frans van Lent:

De locatie van het festival hebben we zorgvuldig geheim gehouden om te voorkomen dat er speciaal publiek op af zou komen. Zelfs de deelnemers wisten tot het moment van aankomst niet waar het zou gaan plaatsvinden. We hebben als groep van veertig personen in tentjes op een camping overnacht.

Zaterdag om 11 uur startte het programma met een eenzame schreeuw in een park. Het hele weekend reed er een personenbusje af en aan om iedereen op het juiste moment naar de locaties te brengen en weer op te halen. Teruggekomen op de camping noteerde elke performer, bij wijze van documentatie, in enkele zinnen zijn of haar persoonlijke ervaringen. Er is geen visuele documentatie gemaakt omdat ook de aandacht van camera’s de gebeurtenissen teveel zou definiëren.

Op zaterdagavond werd op de camping door vier koks voor de hele groep gekookt. Iedereen was aanwezig dus er konden contacten worden gelegd en ervaringen worden uitgewisseld. Zondagmorgen om 8 uur vond in de binnenstad alweer de eerste performance plaats. ’s Middags om zes uur eindigde het festival met opnieuw een schreeuw in het park.

Domeniek Ruyters:
Alle kunst is uit op zichtbaarheid, deze kunst wil het tegendeel. Waarom?
Frans van Lent:
Deze kunst is net zo goed uit op zichtbaarheid. zelfs veel groter. Het publiek is niet alleen beschouwer maar speelt zelf een belangrijke rol in de totstandkoming van het kunstwerk, het werkt samen met de kunstenaar. Zijn vertaling van het concept is een belangrijk deel van het werk.
De toevallige voorbijganger blijft slechts een toevallige voorbijganger. Neemt hij de gebeurtenis waar dan zal dat vaak een passief waarnemen zijn, van buitenaf. De, vaak onervaren, performers kunnen zich juist door de afwezigheid van veel aandacht van buitenstaanders geconcentreerd richten op de essentie van het werk. Hun ervaringen, individueel en als groep, zijn belangrijk. De onzichtbaarheid, het ‘unnoticed’ zijn, is dus niet het doel maar het middel.
Domeniek Ruyters:
Dachten de deelnemers daar heel verschillend over? Is er ook ter plekke veel over gesproken?
Frans van Lent:
Omdat elke vrijwilliger gekozen had om aan dit festival deel te nemen had het begrip Unnoticed voor iedereen betekenis. Er is onderling veel gesproken over de publieke effecten van de performances. Al is op straat alles voor iedereen zichtbaar, de performances vroegen meestal geen publieke aandacht omdat ze niet werden gepresenteerd in een artistieke context. De gangbare code is om de onbekende in zijn handelen te negeren, een zekere privacy te erkennen.
Iedereen die gebruik maakt van de openbare ruimte heeft zijn eigen motief en zijn eigen doel. De deelnemers gingen daar verschillend mee om. Sommigen zochten het vooral in de concentratie en het internaliseren van het werk en anderen waren juist primair naar buiten gericht en uit op confrontaties. Het programma was opzettelijk zo breed opgezet dat voor beide extremen ruimte was.
Domeniek Ruyters:
Wanneer kun je een evenement als dit geslaagd noemen?
Frans van Lent:
Het geslaagd zijn hangt het meest af van de ervaringen die de deelnemers hebben bij de uitvoering van de performances. Het unnoticed-zijn is op zich minder belangrijk maar het draagt wel bij aan de kwaliteit van die ervaringen.
Domeniek Ruyters:
Het doet mij wat denken aan de Flash Mob. Zij het dat die juist zichtbaar wil zijn via de sociale media. Jij niet. Waarom is het belangrijk buiten de media te blijven?
Frans van Lent:
De flashmob wordt opgezet met het oog op een onmiddellijk publiek effect. Meestal heel spectaculair en over de top. Het lijkt bedoeld om zoveel mogelijk mensen tegelijk te verbazen, de publieke ruimte om te toveren tot theater. Dit maakt het tegengesteld aan de intentie van dit festival waarbij juist de individuele ervaring het uitgangspunt vormt. Performances die zich juist verbergen tussen het alledaagse.
Domeniek Ruyters:
Het klinkt nogal calvinistisch, een vorm van beeldontzegging, weg van het spektakel. Alsof er een zekere puurheid wordt aangetast zodra iets in de media belandt?
Frans van Lent:
Er is geen enkele terughoudendheid naar de media, behalve natuurlijk waar het de opzet van het festival zou hinderen. De performances moesten zonder enige publieke aandacht kunnen plaatsvinden. Ook media aandacht zou de performances op straat tot speciale gebeurtenissen hebben gemaakt. We konden niet anders dan de locatie strikt geheim houden. Ik heb wel aangeboden aan enkele journalisten om zelf als vrijwilliger mee te gaan, zonder camera natuurlijk. Dat had een bijzonder verhaal kunnen opleveren, maar daar is helaas niemand op in gegaan.
Domeniek Ruyters:
Het festival was, naar ik begrijp, voor alle betrokkenen een zeer bevredigende, verrijkende ervaring. Smaakt het naar meer. Komt er meer? Ben je met iets nieuws bezig?
Frans van Lent:
Het was voor alle betrokkenen echt een intense gebeurtenis die lang in het geheugen zal blijven. Of het in de toekomst nogmaals in deze vorm zal worden georganiseerd weet ik nog niet. Op 31 januari komt het boek Unnoticed Art uit waarin wat beschouwende teksten staan met alle concepten van kunstenaarsen en daaraan toegevoegd de reacties van deelnemers.
Na het festival heb ik een website opgezet waarop kunstenaars hun concepten ‘open source’ aanbieden (http://www.theconceptbank.org/). Geïnteresseerden kunnen deze concepten voor eigen gebruik uitprinten en de performances uitvoeren op een moment en op een locatie van eigen keuze. Op dit moment zijn er 17 concepten online (van 12 kunstenaars) en de collectie is groeiende. Maar ook andere experimenten met de ‘unnoticed’ vorm gaan door. Samen met vier collega’s voer ik binnenkort simultaan een werk uit (The Parallel Show) in vijf verschillende galeriepresentaties. Parasitaire performances, want ze zijn onaangekondigd en wij zijn formeel zijn niet meer dan bezoekers van de tentoonstellingen.

Bij het festival is een catalogus uitgegeven. Meer informatie bij de kunstenaar